‘Rotterdam is goedkoper, sneller én beter in maritieme geschillen’

De rechtbank Rotterdam is trots exclusief bevoegd te zijn om scheepvaartzaken te behandelen. „Maar het is ook goed voor Nederland.”

NRC, 4 januari 2017
 

In juni 2011 ging er iets mis bij het lossen van het vrachtschip UAL Antwerp in de haven van Luanda, Angola. Het schip kwam uit het Amerikaanse Houston en vervoerde 37 koelcontainers met voedsel. Een van die containers kwam in aanraking met een licht ontvlambare tankcontainer. Explosie, brand, schade aan schip en lading.

Vijf jaar later, in juni 2016, oordeelde de rechtbank Rotterdam dat de vervoerder, Universal Africa Lines uit Cyprus, niet aansprakelijk kan worden gesteld voor de schade. Onzeewaardigheid (waaronder ladingongeschiktheid) was niet de oorzaak van de brand. De eisers, vier Amerikaanse en drie Angolese bedrijven, draaiden op voor de proceskosten van 18.000 euro.

Dergelijke zaken zullen vaker voorbij gaan komen in Rotterdam. Sinds 1 januari is de rechtbank Rotterdam in Nederland exclusief bevoegd voor civiele scheepvaartzaken. Partijen uit de hele wereld kunnen zich melden, vier van de acht rechters van de maritieme kamer kunnen de procedure volledig in het Engels voeren. Zo wil Rotterdam meer rechtszaken binnenhalen, om zich verder te ontwikkelen tot maritiem specialist.

Van concurrentie met Londen, waar nu veel maritieme geschillen worden behandeld, is geen sprake, zegt Robine de Lange-Tegelaar, president van de rechtbank Rotterdam. „We zien dit als onze maatschappelijke taak, als onze bijdrage aan de samenleving. De markt vraagt erom. Bedrijven die zakendoen in de haven willen rechtspraak op hoog niveau. Zeker als bedrijven een link met Nederland hebben kunnen ze hun geld beter hier uitgeven dan in Londen.”

Efficiënter dan de Engelsen

In haar werkkamer op de bovenste verdieping van het gerechtsgebouw op de Kop van Zuid heeft De Lange-Tegelaar zicht op de Nieuwe Maas, Wilhelminapier, Noordoever en enkele stadshavens. Op de rechtbank, ook gevestigd in Dordrecht, werken 950 mensen, onder wie 200 rechters. Aan tafel zit ook Thomas Veling, rechter en teamvoorzitter van de maritieme kamer.

Concurrentie of niet, De Lange-Tegelaar en Veling weten precies waarom rederijen, verladers, vervoerders of verzekeraars met een zakelijk conflict voor Nederland moeten kiezen. Veling: „Wij zijn goedkoper en sneller dan de Engelsen. Hun rechtssysteem is minder efficiënt omdat de procedure veel meer mondeling wordt gevoerd en omdat je twee advocaten nodig hebt, een barrister en een solicitor. En onze griffierechten, de kosten om te procederen, zijn nooit hoger dan 3.900 euro.”