Havenbedrijf Rotterdam ontwikkelt de ‘slimme ligplaats’

Met talloze innovaties, zoals een extra lange loopbrug, een digitaal verkeersbord, een
‘luie trap’ en ‘paalhula’s’
Dit maakt hem veiliger, handiger en duurzamer

De nieuwe ligplaatsen zijn gepland in het Calandkanaal, het bruisend hart van de Rotterdamse haven.

'Maar’, zo zegt projectmanager Matthijs Tromp: ‘De winkel blijft gewoon open tijdens de verbouwing.’ Eerder heeft het Havenbedrijf al een soortgelijk staaltje geleverd met het plaatsen van afmeerpalen aan de zuidkant van de Rozenburgse Landtong.

Achteraf bezien een meesterzet: door deze extra ligplaatsen is de overslag van olieproducten flink toegenomen zonder dat hiervoor de aanleg van speciale kades nodig was. Daar komen nu elf nieuwe ligplaatsen bij, waarin het Havenbedrijf experimenteert met verschillende innovaties.

EEN BRUG VAN PLANTAARDIGE HARS

Neem bijvoorbeeld de loopbrug, de verbinding tussen schip en wal voor de bemanning. Deze is vervaardigd van een bijzondere kunststof, namelijk een ‘bio-based hars’. Dat wil zeggen: gewonnen uit hernieuwbare grondstoffen, zoals plantaardige materialen. En hij is ook veel langer dan normaal, maar liefst 64 meter.

Matthijs: ‘Dit heeft een belangrijk voordeel: het schip komt verder in het water te liggen, waardoor de stromingen veroorzaakt door de boegschroef minder schade aan de bodem veroorzaken. Hierdoor is de kans op verzakkingen van de kade veel kleiner.’

LUIE TRAP
Er zijn meer slimmigheden. Zo komt op de wal een zogenoemd ‘dynamisch scheepvaartverkeer informatiepaneel’ (DSIP) te staan. Oftewel: een digitaal verkeersbord (bekend van de snelweg) waarop de schipper allerlei nuttige nautische informatie kan aflezen. Bijvoorbeeld wanneer de ligplaats bezet is.

Ook staat straks op de kade een afvalcontainer met sensoren, zodat de beheerder op afstand kan zien of de bak wel of niet moet worden geleegd. Dit scheelt onnodige ritjes met de vuilniswagen.

De ‘slimme’ ligplaats is ook veiliger dan zijn voorganger, vertelt Matthijs. ‘ Normaliter hebben de steigers maar één afstapniveau. Maar een vol schip ligt nu eenmaal lager dan een leeg exemplaar. Gevolg is dat de bemanning vaak van en op het schip moet klimmen, met het risico van een valpartij.

Daarom hebben we een speciale trap ontwikkeld, geplaatst tussen twee palen en evenwijdig aan het schip. Daarmee kun je zonder klauterpartij van en aan boord stappen. Vandaar de naam, ‘luie trap’. Als Havenbedrijf hechten we veel belang aan een veilige haven.’

Typisch voor het Calandkanaal zijn de stalen afmeerpalen met hun felgele koppen. Dat is niet voor niks, want zo zijn ze goed zichtbaar voor de schippers. ‘Maar’, zo zegt Matthijs, ‘de gele folie op de huidige koppen kan loslaten onder invloed van de scheepstrossen en het weer. Daarom krijgen de nieuwe palen kunststoffen smeltkoppen – zeer slijtvast.’

PAALHULA’S
Om de flora en fauna in het havenwater te verbeteren, maakt het Havenbedrijf al een tijdje werk van het verruwen van kademuren, steigers en afmeerpalen. ‘Zo blijven er allerlei dieren als mosselen en oesters aan hangen. Daar eten vissen van en dat is weer bevorderlijk voor de visstand’, legt Matthijs uit. Dat bewees ook een proef enkele jaren geleden met de zogenoemde paalhula’s: nylondraden die onder water aan steigers werden vastgezet.

Een duurzaam idee van ecoloog Peter Paalvast. Echter, deze paalhula’s gingen – letterlijk – aan hun eigen succes ten onder: doordat er te veel organismen aan bleven hangen, braken ze af.

Dat zal bij de slimme aanlegplaats niet gebeuren. Die worden voorzien van een verbeterde versie van de paalhula: een steviger tros slierten die onderdak biedt aan allerlei onderwaterleven.

DUNNERE MEERPALEN
De slimme ligplaats is overigens geen ‘eindstation’: het Havenbedrijf blijft onderzoeken op welke manieren ligplaatsen kunnen worden verbeterd.

‘Met sensoren en camera’s meten we daarom de hoek en snelheid waaronder binnenvaartschepen aanleggen’, legt Matthijs uit. ‘Dat is belangrijke informatie voor de ideale constructie van de aanlegplaatsen.

Zo blijkt uit onderzoek dat zeeschepen door toedoen van loodsen en sleepdiensten meer gecontroleerd afmeren dan werd aangenomen. In combinatie met praktijkproeven naar het ‘bezwijkgedrag’ kunnen we daardoor kortere meerpalen gebruiken.

We willen weten of dat ook voor binnenvaartschepen geldt. Zodat toekomstige ligplaatsen nog ‘slimmer’ zijn.’